
Niet iedereen is of wordt moeder.
Wel iedereen komt uit een moeder.
De allereerste verbinding die jij in dit leven hebt, is die met je moeder. Het begint al in haar buik. Het is dan eigenlijk ook haar taak om zich met jou te verbinden. Aanvankelijk begint dat in een symbiose, een samensmelting. Het is de bedoeling dat je je als klein baby’tje in jouw behoefte gezien en gehoord voelt. Dus dat je liefde, veiligheid, warmte, knuffels, troost ontvangt en dat je je daardoor welkom, gezien, gehoord en belangrijk voelt.
Daarnaast is het ook belangrijk dat jou ook ruimte geven wordt om te ontdekken voor jouw eigen ontwikkeling; voor je eigen autonomie.
Het is dus belangrijk dat je enerzijds verbindt en anderzijds ruimte krijgt voor de ontdekking naar jou ‘zelf.’
Het is belangrijk deze balans te vinden voor het beloop in je verdere leven en in je relaties. Deze eerste ervaring hoe je je hecht aan je moeder (en vader) en welke reactie je daarop hebt is erg bepalend voor hoe veilig de hechtingsstijl is die er ontwikkeld wordt.
Werd je bijvoorbeeld volledig aan je lot overgelaten -een heel onveilige situatie dus- dan is je reactie; ‘Ik kan me beter niet hechten want dat is niet veilig.’
De moederverbinding gaat over de vrouwelijke energie; het vermogen om jezelf te verbinden met jezelf en anderen; zorgzaamheid, zachtheid, kwetsbaarheid, compassie, warmte, echt kunnen zijn en overgave.
Als je hier in het dagelijkse leven tegenaan loopt, een gezonde manier van verbinden met anderen waarbij je ook nog in verbinding met jezelf blijft, (dus niet uit jezelf gaat dus de verbinding met de ander belangrijker maakt dan die van jezelf) dan is dit interessant voor jou om te onderzoeken. Daar ligt de moederwond.
Je kan ook last hebben van de vaderwond, de mannelijke energie, over het doen, presteren, focus en daadkracht.
Vanuit de moeder kan er totale afwijzing zijn, of inconsistentie; dat ze er de ene keer wel was en de andere keer niet (onvoorspelbaar).
Een moederwond kan zich op diverse manieren uiten; lage eigenwaarde, het gevoel dat je onvoldoende steun hebt of gesteund wordt, dus je zoekt snel bevestiging en waardering bij een ander en dan nog voelt het mogelijk leeg, moeite hebben met het accepteren van je eigen behoeftes, moeite om met eigen behoefte contact te maken, je emotioneel ondervoed voelen moeite hebben met liefde ontvangen, eenzaamheid, het gevoel hebben niet bij gevoel te kunnen komen, niet weten hoe je met je eigen gevoelens kunt omgaan, aanhoudend gevoel van tekort (geld, aandacht), worstelingen, depressie, verslavingen (liefde/relatie/werk/nicotine/alcohol/ porno/koop/suiker) , machteloosheid perfectionisme, zelfkritiek, moeite hebben met weten wie jij zelf bent.
Het gevoel van leegte onvervuld zijn, emotioneel ondervoed voelen wordt vaak niet op deze manier herkend en opgelost met inadequate coping mechanismen: Je gaat je dan vullen met anderen dingen; eten is een welbekende, maar ja kan je ook vullen met drugs, prikkels (binge watchen, gamen), vullen met zaad/ seks/ porno, of je vult je agenda met ‘leuke’ afspraakjes, of propvol met werk, sport, etc. het gaat niet altijd om hoe dysfunctioneel het is maar of je herkent wat jouw patroon of mechanisme is. Totdat je het ziet , werk lijkt functioneel, totdat je burned out bent.
NB. Belangrijk; Het gaat hier niet over schuld. Er zit wel veel pijn en verdriet voor jou als kind op het moment dat jij je aan je moeder gaat hechten want jouw moeder is zelf getraumatiseerd te noemen; jouw moeder is zelf door haar eigen moeder niet voorzien in haar behoefte van liefde, warmte, veiligheid. En heeft zelf dus een tekort ervaren. Zij heeft zelf dus iets niet verwerkt en jij bent je dus gaan hechten aan een getraumatiseerde ouder.
Je noemt dat dan een symbiose trauma; je hecht je dan aan iemand die het zelf eigenlijk niet kan geven. Ze kan en gaat jou niet geven wat je nodig hebt. Ze kan jou niet voorzien.
Als er sprake is van echt fysieke verwaarlozing, mishandeling, dan is dat heel duidelijk.
Bij emotionele verwaarlozing is dat een stuk lastiger te herkennen en ook veel moeilijker toe te geven vanuit loyaliteit; het voelt als verraden van je ouders dat er geen ruimte was voor jouw gevoelens en jouw behoeftes. Dat kan door diverse zaken komen; misschien omdat je moeder zo met zichzelf bezig was, haar eigen emoties, pijn, uiterlijk, lichaam, kwalen (depressie, angst, ziekte), of mogelijk een persoonlijkheidsstoornis had (narcistisch, borderline) of in ieder geval niet bij haar eigen gevoelens kon en jou niet kon geven wat je nodig had; en dus niet in staat was om die diepe veilige verbinding aan te gaan.
Het voelt echt als een doodsangst als een kind onbewust merkt dat een moeder er wel is, maar niet echt beschikbaar is. Dan worden er allerlei overlevingsmechanismen geactiveerd vanuit onveilige hechting om zo via een omweg toch nog die veiligheid en die waardering te krijgen. Een kind gaat dan ‘uitreiken.’
Dat kan zich dus uiten in het please-en van moeder, op gaan in de wensen of behoeften van haar, aanpassen, de verantwoordelijkheid/ zorgen op je nemen, jezelf uit de verbinding terugtrekken. En hiermee komen je eigen behoeften in de koelkast te staan. Die herken je op dn duur niet eens meer omdat je daarmee uit contact gaat.
Er kan sprake zijn van parentificatie; letterlijk rolverwisseling, dan ben je niet langer het kind maar de ouder. De rollen zijn omgedraaid. Er is weinig ruimte voor jou om echt een zorgeloos en speels kind te kunnen zijn. Je kan zelf in een soort van illusie leven dat je ‘gewoon een goede jeugd gehad hebt, wat je zegt uit loyaliteit aan je ouders en omgeving. Want er was fysiek voldoende eten, nieuwe schoenen en een warm bed. Maar dat je toch voelt dat je somber bent, dat je in relaties aanloopt tegen please gedrag (als hij/ zij maar gelukkig is), je je eigen identiteit opgeeft en een blijvend gevoel van leegte en eenzaamheid ervaart en dan kunnen denken; ‘het ligt niet in mijn jeugd, want Ik heb een goede jeugd gehad.‘
Nogmaals; het gaat hier niet over schuld maar daar zit dus vaak een hele laag onbewuste processen onder waarbij je met je emoties en je gevoelens dus niet bij je ouders terecht kon en je je bent gaan aanpassen.
Parentificatie; het kind wordt de volwassenen; ouders leunen te veel op hun kind, zijn niet stabiel genoeg om zelf op een volwassenmanier verantwoordelijkheid te dragen. Het kind wordt ook wel gezien als een soort vriendin/partner, waardoor er teveel emotionele ballast terechtkomt. En dus gaat het kind de verantwoordelijkheid al dragen; wordt mentaal psychologisch vroeg volwassen.
Kinderen vinden het later heel erg lastig om in contact te komen met eigen behoeftes, omdat ze zo gewend zijn dat het daar helemaal niet over ging en dat dat dus ook niet relevant was. Ze hebben dat afgesplitst. Dat is als het ware onvoldoende uitgerijpt. Altijd maar uitreiken voor de zorgen voor anderen, zorgt voor een tekort naar zichzelf. Dat is onvoldoende ontwikkeld. Dat ‘ei’ is als het ware nog niet helemaal uitgebroed. Vaak mag dat dan op latere leeftijd in een traject nog gebeuren (wie ben ik? Wat wil ik? Wat is mijn behoefte?).
Je kan wel heel scherp zien wat een ander nodig heeft, maar niet weten van wat je wilt als braaf kind. Ook wel het’ brave meisjes syndroom of brave jongens syndroom’ genoemd.
Als ik me rustig gedraag, als ik maar braaf ben, als ik maar geode punten haal, als ik me maar stil in een hoekje terugtrek, dan maak ik mezelf onzichtbaar, dan is het in ieder geval goed, dan hebben ze geen last van mij, dan loop ik niet in de weg.
In je latere leven is het een uitdaging om echt te gaan leren voelen, je te laten zien en grenzen te stellen. In plaats van te blijven hangen in faalangst en leegte en jezelf te verstoppen.
Als je dus echt een heel afwezige moeder hebt die dus helemaal niets van die liefde, of verbinding, emotionele steun geeft, zelf komt uit een gezin waar niet wordt gepraat, of waarin emoties niet worden benoemd, dan krijg je dus onbewust de boodschap mee dat je het zelf moet doen.
Dan heb je ook nog de inconsistente moeder; de moeder die de ene keer wel de verbinding aangaat, en de andere keer niet om allerlei (onbewuste) redenen, dan ben je als kind gewend om super gevoelig af te stemmen hoe de vlag erbij hangt, hoe haar stemming is, ben ik nu veilig, kan het nu , moet ik me aanpassen, wat wordt er van me verwacht, dan uit zich dan ook in je latere leven dat jij dus onbewust de hele tijd iemand anders (behoefte) aan het peilen bent vanuit die overleving. Je wordt dus heel sensitief, stemt heel gevoelig af ( denk aan alle hoog gevoelige mensen; HSP
Daardoor ontstaat jouw hechtingsstijl, je patronen. Gebeuren er dingen in je latere relaties; ga dus gerust terug naar de eerste verbinding die je hebt in het leven met je moeder; ga daar maar echt naar kijken.
Is deze niet veiligheid genoeg of niet voldoende of niet consistent? of je gaat verder zoeken en dan kom je bij je vader terecht; de vaderwond. Soms is er sprake van een dubbele verwonding.
Het is ook logisch dat als jij door je ouders niet of niet voldoende gespiegeld wordt, dat het lastig is om om te gaan met het reguleren van emoties, omdat je dat nu eenmaal moet leren. Als je dat niet aanleert, kom je in overlevingsmechanismen, wat je automatisch meeneemt in je latere leven.
Als je dan bijvoorbeeld een partnerrelatie hebt die op die wond drukt, omdat die bijvoorbeeld jou hetzelfde gevoel geeft als dat je moeder deed, omdat h/zij op eenzelfde manier reageert of ook die afwijzing in jou triggert, dan wordt weer jouw hechtingspatroon geactiveerd en wordt de verlatingsangst getriggerd.
Daar loop je niet de hele dag bewust mee rond.
Een uitingsvorm is dat je je zelf bijvoorbeeld kan betrappen op; je best doen, hard werken, aan de verwachtingen voldoen, opgaan In de wensen en behoefte van de ander. Heel kenmerkend voor de voor de pleaser, de redder; jezelf klein maken, de ander op een voetstuk zetten, verantwoordelijkheid overnemen.
“Als ik maar hard genoeg werk dan ….
Als ik maar zo dan…
Als ik maar dit heb gedaan dan….”
Hopen dat het ooit nog wel gaat komen, manipuleren, masker opzetten, controle gedrag. Allemaal vormen van overlevingsmechanismen.
Als je dus van je moeder niet hebt gekregen wat je nodig had, dan tast dat jouw eigenwaarde en jouw zelfliefde aan, want je geeft jezelf als kind daar onbewust de schuld van. Het ligt niet aan jou en desondanks voel je dat het wel aan jou ligt en ben je in je volwassen leven constant bezig met jezelf te verbeteren, met zoeken naar wanneer die rust en die goedkeuring dan wel komt, met hopen dat je dan wel gezien wordt, en je blijft achter met die innerlijke leegte, je voelt je heel snel schuldig, voelt jezelf minderwaardig. Naar anderen ben je wel liefdevol en zacht, maar voor jezelf ben je heel hard en wil je perfect zijn. Je zoekt die rush, die waardering in de buitenwereld, omdat je het in jezelf niet kan vinden.
Hoe de relatie met jouw moeder ook is geweest, hoe dit ook heeft gevoeld; het is niet jouw schuld! Ook jouw moeder heeft haar best gedaan en kon meestal niet meer doorgeven dan dat ze heeft gedaan en dit had niets met jou te maken.
Dit zijn haar eigen onvervulde behoeftes. Daardoor kon ze jou niks meer geven en hoe hard je ook je best gaat doen, hoe zeer je jezelf ook weg gaat cijferen om die ander maar te please-en; in je hoofd weet je; je kunt iemand niet redden of veranderen.
Dat kon je bij je moeder niet en dat kun je nu ook niet met je relaties; je man/vriend(in), kinderen. Je kan mensen niet redden, niet fixen.
En als je ziet dat je daarin wel verstrikt geraakt bent:
wees daarin ook liefdevol naar jezelf; dus niet van; zie je wel, ik ben weer die domme gans die iedereen maar achterna loopt. Nee!
Ooit als kind was dit je redding. Alleen in het hier & nu dient dat jou niet meer. Nu mag je dat aan gaan kijken, mag je dat los gaan laten
Het zijn trauma 's die van generatie op generatie worden doorgegeven.
Dit komt dus voort uit het onvermogen van jouw moeder, omdat ze het zelf niet heeft meegekregen, zelf niet in zag en niet in de veilige verbinding met jou kon gaan waardoor die basisveiligheid in jou nooit verankerd is, kan je het in jezelf niet vinden en zoek je het in de buitenwereld.
Als jij een moeder had die emotioneel echt behoeftig was, wat voor jou als verstikkend voelde dan ben je jezelf gaan terugtrekken. Dan ben je jezelf daarvoor af gaan sluiten. Of als er dus helemaal geen emotionele beschikbaarheid was, dan had het geen zin om daar nog aan te gaan trekken. Je bent je zelf ook gaan afsluiten en dat uit zich dan in de vermijdende hechtingstijl. Dus in relaties heb je moeite met binden. Het voelt alsof er heel veel claimen op jou worden gelegd en bescherm je jezelf (je autonomie) tegen verstikking door je af te sluiten.
Die dans gaat vaak samen met de verlatingsangstige, die dus een angstige hechtingsstijl heeft.
Omdat die de ene keer dus wel een broodkruimel kreeg en de andere keer weer niet en dus niet weet wat die kan verwachten, omdat daar geen duidelijkheid in was. En daar dus heel hard aan is gaan trekken, diens best voor gaan doen is in de hoop zo toch wat te krijgen.
De verlatingsangstige die heeft weer heel erg veel behoefte aan het samen zijn, aan verbinding. Die stelt eigenlijk de verbinding met de ander boven de verbinding met zichzelf. Die verliest zichzelf in contact met de ander. En als jij in het patroon van de verlatingsangst zit, is de uitnodiging om te gaan voelen, echt te gaan voelen. Dus niet hiervoor weg te rennen, niet jezelf te verliezen in de verbinding met anderen, die belangrijker te maken, dat dit niet jouw schuld was, dat je hier niks aan kon doen, maar dat jij dit als volwassene nu wel aan jezelf mag gaan geven. Dat je voor dat innerlijke kindje in jezelf leert zorgen.
Leren om je behoefte te kennen, ernaar luisteren, ervoor opkomen, ervoor zorgen dat er gehoor aan gegeven wordt. En dat allemaal in gezonde balans met anderen, zonder (emotionele, of andere vormen van ) afhankelijkheid.
Wel iedereen komt uit een moeder.
De allereerste verbinding die jij in dit leven hebt, is die met je moeder. Het begint al in haar buik. Het is dan eigenlijk ook haar taak om zich met jou te verbinden. Aanvankelijk begint dat in een symbiose, een samensmelting. Het is de bedoeling dat je je als klein baby’tje in jouw behoefte gezien en gehoord voelt. Dus dat je liefde, veiligheid, warmte, knuffels, troost ontvangt en dat je je daardoor welkom, gezien, gehoord en belangrijk voelt.
Daarnaast is het ook belangrijk dat jou ook ruimte geven wordt om te ontdekken voor jouw eigen ontwikkeling; voor je eigen autonomie.
Het is dus belangrijk dat je enerzijds verbindt en anderzijds ruimte krijgt voor de ontdekking naar jou ‘zelf.’
Het is belangrijk deze balans te vinden voor het beloop in je verdere leven en in je relaties. Deze eerste ervaring hoe je je hecht aan je moeder (en vader) en welke reactie je daarop hebt is erg bepalend voor hoe veilig de hechtingsstijl is die er ontwikkeld wordt.
Werd je bijvoorbeeld volledig aan je lot overgelaten -een heel onveilige situatie dus- dan is je reactie; ‘Ik kan me beter niet hechten want dat is niet veilig.’
De moederverbinding gaat over de vrouwelijke energie; het vermogen om jezelf te verbinden met jezelf en anderen; zorgzaamheid, zachtheid, kwetsbaarheid, compassie, warmte, echt kunnen zijn en overgave.
Als je hier in het dagelijkse leven tegenaan loopt, een gezonde manier van verbinden met anderen waarbij je ook nog in verbinding met jezelf blijft, (dus niet uit jezelf gaat dus de verbinding met de ander belangrijker maakt dan die van jezelf) dan is dit interessant voor jou om te onderzoeken. Daar ligt de moederwond.
Je kan ook last hebben van de vaderwond, de mannelijke energie, over het doen, presteren, focus en daadkracht.
Vanuit de moeder kan er totale afwijzing zijn, of inconsistentie; dat ze er de ene keer wel was en de andere keer niet (onvoorspelbaar).
Een moederwond kan zich op diverse manieren uiten; lage eigenwaarde, het gevoel dat je onvoldoende steun hebt of gesteund wordt, dus je zoekt snel bevestiging en waardering bij een ander en dan nog voelt het mogelijk leeg, moeite hebben met het accepteren van je eigen behoeftes, moeite om met eigen behoefte contact te maken, je emotioneel ondervoed voelen moeite hebben met liefde ontvangen, eenzaamheid, het gevoel hebben niet bij gevoel te kunnen komen, niet weten hoe je met je eigen gevoelens kunt omgaan, aanhoudend gevoel van tekort (geld, aandacht), worstelingen, depressie, verslavingen (liefde/relatie/werk/nicotine/alcohol/ porno/koop/suiker) , machteloosheid perfectionisme, zelfkritiek, moeite hebben met weten wie jij zelf bent.
Het gevoel van leegte onvervuld zijn, emotioneel ondervoed voelen wordt vaak niet op deze manier herkend en opgelost met inadequate coping mechanismen: Je gaat je dan vullen met anderen dingen; eten is een welbekende, maar ja kan je ook vullen met drugs, prikkels (binge watchen, gamen), vullen met zaad/ seks/ porno, of je vult je agenda met ‘leuke’ afspraakjes, of propvol met werk, sport, etc. het gaat niet altijd om hoe dysfunctioneel het is maar of je herkent wat jouw patroon of mechanisme is. Totdat je het ziet , werk lijkt functioneel, totdat je burned out bent.
NB. Belangrijk; Het gaat hier niet over schuld. Er zit wel veel pijn en verdriet voor jou als kind op het moment dat jij je aan je moeder gaat hechten want jouw moeder is zelf getraumatiseerd te noemen; jouw moeder is zelf door haar eigen moeder niet voorzien in haar behoefte van liefde, warmte, veiligheid. En heeft zelf dus een tekort ervaren. Zij heeft zelf dus iets niet verwerkt en jij bent je dus gaan hechten aan een getraumatiseerde ouder.
Je noemt dat dan een symbiose trauma; je hecht je dan aan iemand die het zelf eigenlijk niet kan geven. Ze kan en gaat jou niet geven wat je nodig hebt. Ze kan jou niet voorzien.
Als er sprake is van echt fysieke verwaarlozing, mishandeling, dan is dat heel duidelijk.
Bij emotionele verwaarlozing is dat een stuk lastiger te herkennen en ook veel moeilijker toe te geven vanuit loyaliteit; het voelt als verraden van je ouders dat er geen ruimte was voor jouw gevoelens en jouw behoeftes. Dat kan door diverse zaken komen; misschien omdat je moeder zo met zichzelf bezig was, haar eigen emoties, pijn, uiterlijk, lichaam, kwalen (depressie, angst, ziekte), of mogelijk een persoonlijkheidsstoornis had (narcistisch, borderline) of in ieder geval niet bij haar eigen gevoelens kon en jou niet kon geven wat je nodig had; en dus niet in staat was om die diepe veilige verbinding aan te gaan.
Het voelt echt als een doodsangst als een kind onbewust merkt dat een moeder er wel is, maar niet echt beschikbaar is. Dan worden er allerlei overlevingsmechanismen geactiveerd vanuit onveilige hechting om zo via een omweg toch nog die veiligheid en die waardering te krijgen. Een kind gaat dan ‘uitreiken.’
Dat kan zich dus uiten in het please-en van moeder, op gaan in de wensen of behoeften van haar, aanpassen, de verantwoordelijkheid/ zorgen op je nemen, jezelf uit de verbinding terugtrekken. En hiermee komen je eigen behoeften in de koelkast te staan. Die herken je op dn duur niet eens meer omdat je daarmee uit contact gaat.
Er kan sprake zijn van parentificatie; letterlijk rolverwisseling, dan ben je niet langer het kind maar de ouder. De rollen zijn omgedraaid. Er is weinig ruimte voor jou om echt een zorgeloos en speels kind te kunnen zijn. Je kan zelf in een soort van illusie leven dat je ‘gewoon een goede jeugd gehad hebt, wat je zegt uit loyaliteit aan je ouders en omgeving. Want er was fysiek voldoende eten, nieuwe schoenen en een warm bed. Maar dat je toch voelt dat je somber bent, dat je in relaties aanloopt tegen please gedrag (als hij/ zij maar gelukkig is), je je eigen identiteit opgeeft en een blijvend gevoel van leegte en eenzaamheid ervaart en dan kunnen denken; ‘het ligt niet in mijn jeugd, want Ik heb een goede jeugd gehad.‘
Nogmaals; het gaat hier niet over schuld maar daar zit dus vaak een hele laag onbewuste processen onder waarbij je met je emoties en je gevoelens dus niet bij je ouders terecht kon en je je bent gaan aanpassen.
Parentificatie; het kind wordt de volwassenen; ouders leunen te veel op hun kind, zijn niet stabiel genoeg om zelf op een volwassenmanier verantwoordelijkheid te dragen. Het kind wordt ook wel gezien als een soort vriendin/partner, waardoor er teveel emotionele ballast terechtkomt. En dus gaat het kind de verantwoordelijkheid al dragen; wordt mentaal psychologisch vroeg volwassen.
Kinderen vinden het later heel erg lastig om in contact te komen met eigen behoeftes, omdat ze zo gewend zijn dat het daar helemaal niet over ging en dat dat dus ook niet relevant was. Ze hebben dat afgesplitst. Dat is als het ware onvoldoende uitgerijpt. Altijd maar uitreiken voor de zorgen voor anderen, zorgt voor een tekort naar zichzelf. Dat is onvoldoende ontwikkeld. Dat ‘ei’ is als het ware nog niet helemaal uitgebroed. Vaak mag dat dan op latere leeftijd in een traject nog gebeuren (wie ben ik? Wat wil ik? Wat is mijn behoefte?).
Je kan wel heel scherp zien wat een ander nodig heeft, maar niet weten van wat je wilt als braaf kind. Ook wel het’ brave meisjes syndroom of brave jongens syndroom’ genoemd.
Als ik me rustig gedraag, als ik maar braaf ben, als ik maar geode punten haal, als ik me maar stil in een hoekje terugtrek, dan maak ik mezelf onzichtbaar, dan is het in ieder geval goed, dan hebben ze geen last van mij, dan loop ik niet in de weg.
In je latere leven is het een uitdaging om echt te gaan leren voelen, je te laten zien en grenzen te stellen. In plaats van te blijven hangen in faalangst en leegte en jezelf te verstoppen.
Als je dus echt een heel afwezige moeder hebt die dus helemaal niets van die liefde, of verbinding, emotionele steun geeft, zelf komt uit een gezin waar niet wordt gepraat, of waarin emoties niet worden benoemd, dan krijg je dus onbewust de boodschap mee dat je het zelf moet doen.
Dan heb je ook nog de inconsistente moeder; de moeder die de ene keer wel de verbinding aangaat, en de andere keer niet om allerlei (onbewuste) redenen, dan ben je als kind gewend om super gevoelig af te stemmen hoe de vlag erbij hangt, hoe haar stemming is, ben ik nu veilig, kan het nu , moet ik me aanpassen, wat wordt er van me verwacht, dan uit zich dan ook in je latere leven dat jij dus onbewust de hele tijd iemand anders (behoefte) aan het peilen bent vanuit die overleving. Je wordt dus heel sensitief, stemt heel gevoelig af ( denk aan alle hoog gevoelige mensen; HSP
Daardoor ontstaat jouw hechtingsstijl, je patronen. Gebeuren er dingen in je latere relaties; ga dus gerust terug naar de eerste verbinding die je hebt in het leven met je moeder; ga daar maar echt naar kijken.
Is deze niet veiligheid genoeg of niet voldoende of niet consistent? of je gaat verder zoeken en dan kom je bij je vader terecht; de vaderwond. Soms is er sprake van een dubbele verwonding.
Het is ook logisch dat als jij door je ouders niet of niet voldoende gespiegeld wordt, dat het lastig is om om te gaan met het reguleren van emoties, omdat je dat nu eenmaal moet leren. Als je dat niet aanleert, kom je in overlevingsmechanismen, wat je automatisch meeneemt in je latere leven.
Als je dan bijvoorbeeld een partnerrelatie hebt die op die wond drukt, omdat die bijvoorbeeld jou hetzelfde gevoel geeft als dat je moeder deed, omdat h/zij op eenzelfde manier reageert of ook die afwijzing in jou triggert, dan wordt weer jouw hechtingspatroon geactiveerd en wordt de verlatingsangst getriggerd.
Daar loop je niet de hele dag bewust mee rond.
Een uitingsvorm is dat je je zelf bijvoorbeeld kan betrappen op; je best doen, hard werken, aan de verwachtingen voldoen, opgaan In de wensen en behoefte van de ander. Heel kenmerkend voor de voor de pleaser, de redder; jezelf klein maken, de ander op een voetstuk zetten, verantwoordelijkheid overnemen.
“Als ik maar hard genoeg werk dan ….
Als ik maar zo dan…
Als ik maar dit heb gedaan dan….”
Hopen dat het ooit nog wel gaat komen, manipuleren, masker opzetten, controle gedrag. Allemaal vormen van overlevingsmechanismen.
Als je dus van je moeder niet hebt gekregen wat je nodig had, dan tast dat jouw eigenwaarde en jouw zelfliefde aan, want je geeft jezelf als kind daar onbewust de schuld van. Het ligt niet aan jou en desondanks voel je dat het wel aan jou ligt en ben je in je volwassen leven constant bezig met jezelf te verbeteren, met zoeken naar wanneer die rust en die goedkeuring dan wel komt, met hopen dat je dan wel gezien wordt, en je blijft achter met die innerlijke leegte, je voelt je heel snel schuldig, voelt jezelf minderwaardig. Naar anderen ben je wel liefdevol en zacht, maar voor jezelf ben je heel hard en wil je perfect zijn. Je zoekt die rush, die waardering in de buitenwereld, omdat je het in jezelf niet kan vinden.
Hoe de relatie met jouw moeder ook is geweest, hoe dit ook heeft gevoeld; het is niet jouw schuld! Ook jouw moeder heeft haar best gedaan en kon meestal niet meer doorgeven dan dat ze heeft gedaan en dit had niets met jou te maken.
Dit zijn haar eigen onvervulde behoeftes. Daardoor kon ze jou niks meer geven en hoe hard je ook je best gaat doen, hoe zeer je jezelf ook weg gaat cijferen om die ander maar te please-en; in je hoofd weet je; je kunt iemand niet redden of veranderen.
Dat kon je bij je moeder niet en dat kun je nu ook niet met je relaties; je man/vriend(in), kinderen. Je kan mensen niet redden, niet fixen.
En als je ziet dat je daarin wel verstrikt geraakt bent:
wees daarin ook liefdevol naar jezelf; dus niet van; zie je wel, ik ben weer die domme gans die iedereen maar achterna loopt. Nee!
Ooit als kind was dit je redding. Alleen in het hier & nu dient dat jou niet meer. Nu mag je dat aan gaan kijken, mag je dat los gaan laten
Het zijn trauma 's die van generatie op generatie worden doorgegeven.
Dit komt dus voort uit het onvermogen van jouw moeder, omdat ze het zelf niet heeft meegekregen, zelf niet in zag en niet in de veilige verbinding met jou kon gaan waardoor die basisveiligheid in jou nooit verankerd is, kan je het in jezelf niet vinden en zoek je het in de buitenwereld.
Als jij een moeder had die emotioneel echt behoeftig was, wat voor jou als verstikkend voelde dan ben je jezelf gaan terugtrekken. Dan ben je jezelf daarvoor af gaan sluiten. Of als er dus helemaal geen emotionele beschikbaarheid was, dan had het geen zin om daar nog aan te gaan trekken. Je bent je zelf ook gaan afsluiten en dat uit zich dan in de vermijdende hechtingstijl. Dus in relaties heb je moeite met binden. Het voelt alsof er heel veel claimen op jou worden gelegd en bescherm je jezelf (je autonomie) tegen verstikking door je af te sluiten.
Die dans gaat vaak samen met de verlatingsangstige, die dus een angstige hechtingsstijl heeft.
Omdat die de ene keer dus wel een broodkruimel kreeg en de andere keer weer niet en dus niet weet wat die kan verwachten, omdat daar geen duidelijkheid in was. En daar dus heel hard aan is gaan trekken, diens best voor gaan doen is in de hoop zo toch wat te krijgen.
De verlatingsangstige die heeft weer heel erg veel behoefte aan het samen zijn, aan verbinding. Die stelt eigenlijk de verbinding met de ander boven de verbinding met zichzelf. Die verliest zichzelf in contact met de ander. En als jij in het patroon van de verlatingsangst zit, is de uitnodiging om te gaan voelen, echt te gaan voelen. Dus niet hiervoor weg te rennen, niet jezelf te verliezen in de verbinding met anderen, die belangrijker te maken, dat dit niet jouw schuld was, dat je hier niks aan kon doen, maar dat jij dit als volwassene nu wel aan jezelf mag gaan geven. Dat je voor dat innerlijke kindje in jezelf leert zorgen.
Leren om je behoefte te kennen, ernaar luisteren, ervoor opkomen, ervoor zorgen dat er gehoor aan gegeven wordt. En dat allemaal in gezonde balans met anderen, zonder (emotionele, of andere vormen van ) afhankelijkheid.