
Ben jij in relatie met je lief, omdat je nog lief hebt, omdat het gewoonte is en dus conditionering? Of vanuit angst; ik kan niet beter, bang zijn om
alles wat je hebt te verliezen?
Deze vragen stel ik mezelf en ook mijn cliënten. Ik spiegel mezelf elke dag, net als mijn cliënten en zij mij. Dit houdt me scherp, gefocust. Vaak leren we om vanuit angst en vanuit tekort te relateren; om de leegte op te vullen, vanuit iets of vanuit iemand anders. Er zit heel veel onbewustheid op, totdat je ziet dat je weer in het patroon lazert en herkent dat je de angst en verlatenheid mee hebt gekregen vanuit vroeger. Het gaat erover dat er geen emotionele beschikbaarheid was. En dat tref je later aan in emotioneel onbeschikbare partners: ze zijn druk met vb. sporten, game-en, verslavingen, zijn niet geworteld, willen emigreren.
Ze komen voor in allerlei vormen; lief, betrouwbaar, vriendelijk, sympathiek maar vermijdend/ weglopend (zie voorbeeld hierboven), kop in het zand beschikbaar voor anderen (klanten, vrienden), maar... niet voor jou.
Of ze zijn minder sympathiek in huis dan buitenhuis (fysiek of mentale mishandeling of verwaarlozing).
Ze kunnen in ieder geval niet op diepere gevoelslagen aanwezig zijn bij jou, terwijl je wel die behoefte hebt èn dit verlangen duidelijk aangeeft.
Dit wordt door de omgeving vaak weggerationaliseerd (jullie hebben het leuk, zo fijn, er is toch niks te kort)
Klopt als een zwerende vinger. Je gelooft het zelf ook weer en alles wat je eerst voelde en zag vervaagt. En dat is ook zo pijnlijk. jij vervaagt.
Als je niet in staat bent om die verbinding met jezelf te maken, of blijven maken, kun je ook niet bij de pijn, bij dat ge-etter.
En bagatelliseer je, sport, lach, werk, loop of drink je het weg. Het kan namelijk erger. Het valt wel mee.
Uiteindelijk neemt niemand het serieus, je partner niet en vooral jij niet.
Tot dat de kloppende zwerende vinger klapt door een klein stootje.
Het is een echt een kunst om bij je eigen ongemak stil te staan en om dan ook bij het ongemak van de ander te kunnen zijn. en dat uit te houden.
"Laat het me maar voelen."
We zijn liefde waard. Liefde is ons bestaansrecht, ons geboorterecht.
Zowel jij, als je partner.
Door de hechtingsstoornis leer je dat af.
Je leert je aan te passen, op te offeren.
En je leert te leveren wat er van je verwacht wordt..
En dóór.
Je voelt en gelooft de overtuiging; 'Ik ben in de basis niet goed genoeg'
Liefde is er dus niet zomaar; we moeten daar iets voor gaan doen: uitreiken, werken, ons best doen. Het is niet vanzelfsprekend. Liefde ontvangen is dus hard werken: dat is een contradictie.(bij angstige hechting).
En dat voelt een ander ook.
En je zoekt dus uiteindelijk een partner die dat niet in diezelfde gelijkheid beantwoordt. (de vermijdend gehechte).
En zo voorkom je de echte intimiteit. Ik bedoel hier niet de seksualiteit, lichamelijke intimiteit of chemie.
Je verlaat jezelf voor de verbinding met de ander. Daar heb je alles voor over; je levert je zelf in. En begrenst nauwelijks of niet.
Daar kom je pas achter, als de relatie stopt, dan zie je; ik ben de ander kwijt en ik ben mezelf kwijt. Ik ben kapot, gebroken.
Ik ben mezelf kwijt en ik heb die ander helemaal nooit gehad. Ik moest mezelf verlaten om de liefde van de ander te vinden, of te ontvangen.
Dan is het enige wat je kan doen: jezelf opvangen, bij elkaar rapen, herstellen, zuiveren, opnieuw verbinden met jezelf, in contact blijven met wat je voelt, ziet en vanuit deze kern nieuwe overtuigingen over jezelf neerzetten. Daar grenzen aan koppelen, zodat jij er niet meer overheen gaat. En láát gaan.
Dat is niet meer iets wat de ander doet.
Nee.
Jij bent in deze positie.
Jij bent in de cirkel.
In deze cirkel van jouw invloed.
Ik gun het je. jouw plek,
waarin jij kan hechten aan jezelf
kleur krijgt en gezien wordt
vooral door jezelf.
alles wat je hebt te verliezen?
Deze vragen stel ik mezelf en ook mijn cliënten. Ik spiegel mezelf elke dag, net als mijn cliënten en zij mij. Dit houdt me scherp, gefocust. Vaak leren we om vanuit angst en vanuit tekort te relateren; om de leegte op te vullen, vanuit iets of vanuit iemand anders. Er zit heel veel onbewustheid op, totdat je ziet dat je weer in het patroon lazert en herkent dat je de angst en verlatenheid mee hebt gekregen vanuit vroeger. Het gaat erover dat er geen emotionele beschikbaarheid was. En dat tref je later aan in emotioneel onbeschikbare partners: ze zijn druk met vb. sporten, game-en, verslavingen, zijn niet geworteld, willen emigreren.
Ze komen voor in allerlei vormen; lief, betrouwbaar, vriendelijk, sympathiek maar vermijdend/ weglopend (zie voorbeeld hierboven), kop in het zand beschikbaar voor anderen (klanten, vrienden), maar... niet voor jou.
Of ze zijn minder sympathiek in huis dan buitenhuis (fysiek of mentale mishandeling of verwaarlozing).
Ze kunnen in ieder geval niet op diepere gevoelslagen aanwezig zijn bij jou, terwijl je wel die behoefte hebt èn dit verlangen duidelijk aangeeft.
Dit wordt door de omgeving vaak weggerationaliseerd (jullie hebben het leuk, zo fijn, er is toch niks te kort)
Klopt als een zwerende vinger. Je gelooft het zelf ook weer en alles wat je eerst voelde en zag vervaagt. En dat is ook zo pijnlijk. jij vervaagt.
Als je niet in staat bent om die verbinding met jezelf te maken, of blijven maken, kun je ook niet bij de pijn, bij dat ge-etter.
En bagatelliseer je, sport, lach, werk, loop of drink je het weg. Het kan namelijk erger. Het valt wel mee.
Uiteindelijk neemt niemand het serieus, je partner niet en vooral jij niet.
Tot dat de kloppende zwerende vinger klapt door een klein stootje.
Het is een echt een kunst om bij je eigen ongemak stil te staan en om dan ook bij het ongemak van de ander te kunnen zijn. en dat uit te houden.
"Laat het me maar voelen."
We zijn liefde waard. Liefde is ons bestaansrecht, ons geboorterecht.
Zowel jij, als je partner.
Door de hechtingsstoornis leer je dat af.
Je leert je aan te passen, op te offeren.
En je leert te leveren wat er van je verwacht wordt..
En dóór.
Je voelt en gelooft de overtuiging; 'Ik ben in de basis niet goed genoeg'
Liefde is er dus niet zomaar; we moeten daar iets voor gaan doen: uitreiken, werken, ons best doen. Het is niet vanzelfsprekend. Liefde ontvangen is dus hard werken: dat is een contradictie.(bij angstige hechting).
En dat voelt een ander ook.
En je zoekt dus uiteindelijk een partner die dat niet in diezelfde gelijkheid beantwoordt. (de vermijdend gehechte).
En zo voorkom je de echte intimiteit. Ik bedoel hier niet de seksualiteit, lichamelijke intimiteit of chemie.
Je verlaat jezelf voor de verbinding met de ander. Daar heb je alles voor over; je levert je zelf in. En begrenst nauwelijks of niet.
Daar kom je pas achter, als de relatie stopt, dan zie je; ik ben de ander kwijt en ik ben mezelf kwijt. Ik ben kapot, gebroken.
Ik ben mezelf kwijt en ik heb die ander helemaal nooit gehad. Ik moest mezelf verlaten om de liefde van de ander te vinden, of te ontvangen.
Dan is het enige wat je kan doen: jezelf opvangen, bij elkaar rapen, herstellen, zuiveren, opnieuw verbinden met jezelf, in contact blijven met wat je voelt, ziet en vanuit deze kern nieuwe overtuigingen over jezelf neerzetten. Daar grenzen aan koppelen, zodat jij er niet meer overheen gaat. En láát gaan.
Dat is niet meer iets wat de ander doet.
Nee.
Jij bent in deze positie.
Jij bent in de cirkel.
In deze cirkel van jouw invloed.
Ik gun het je. jouw plek,
waarin jij kan hechten aan jezelf
kleur krijgt en gezien wordt
vooral door jezelf.